Onderhoud groen

Het onderhouden van het openbare groen is een taak van de gemeente. De gemeente Berg en Dal heeft ongeveer 1,6 miljoen vierkante meter openbaar groen, zoals plantsoenen, grasvelden en parken. Hoe vaak onderhouden we dit en hoe netjes moet het zijn? We leggen het hier uit. 

Binnen de bebouwde kom

We hebben afspraken gemaakt hoe schoon en netjes ons openbare groen binnen de bebouwde moet zijn. Zo is vooraf afgesproken hoe hoog het gras mag zijn. En hoeveel onkruid er in een plantsoen mag groeien.

Veel gemeenten in Nederland gebruiken voor groenonderhoud 5 kwaliteitsniveaus. De 5 niveaus gaan van A+ (zeer hoog niveau) tot D (laag niveau). Een hoger niveau betekent meer onderhoud en dus meer kosten voor onderhoud.

De gemeente Berg en Dal heeft binnen de bebouwde kom niveau A (hoog niveau). Niveau A houdt bijvoorbeeld in:

-       gras maximaal 5 cm hoog

-       maximaal 20% onkruid per 100 m2 in een plantsoen

Wie voert het groenonderhoud binnen de bebouwde kom uit?

Gespecialiseerde bedrijven voeren het groenonderhoud voor de gemeente uit. Voordat het gras 5 cm hoog is of er 20% onkruid staat, gaan deze bedrijven aan de slag. Hierdoor wordt het meeste onderhoud niet op vaste momenten gedaan. 

Soms zijn de omstandigheden zo goed dat gras en onkruid binnen korte tijd heel hard groeien. Bijvoorbeeld bij warm weer en veel regen. We doen er dan alles aan om het gras zo snel mogelijk te maaien en het onkruid te verwijderen. Maar we kunnen niet overal tegelijk zijn. Daarom is het kwaliteitsniveau A soms niet meteen op alle plekken haalbaar.

De gemeenteraad van Berg en Dal bepaalt het niveau voor groenonderhoud. Dat hebben ze gedaan met het vaststellen van het Integraal beleidsplan openbare ruimte.

Natuurlijke groenstroken

We hebben ook natuurlijke groenstroken in onze gemeente. Dit zijn plekken waar we de natuur meer zijn gang laten gaan. Bijvoorbeeld door bloemen in het gras te laten groeien die bijen en vlinders aantrekken. Voorbeelden van deze plekken zijn Park Mariëndaal in Groesbeek en delen van de groenstrook langs de Rijksstraatweg in Beek.

Bij natuurlijke groenstroken gebruiken we geen kwaliteitsniveau. We maaien hier minder vaak, zo’n 1 a 2 keer per jaar. Ook maaien we hier niet alles in een keer, maar doen we bij iedere maaibeurt een ander deel. Hierdoor is een natuurlijke groenstrook het hele seizoen bloem- en kleurrijk en geven we bijen en andere dieren meer leefgebied.

De meeste natuurlijke groenstroken zijn initiatieven van inwoners. Inwoners hebben dan bij de gemeente aangegeven dat ze in hun buurt een plek willen met meer natuurlijk groen. 

Verschillende soorten planten

In onze plantsoenen planten we veel verschillende soorten, zoals bomen, struiken (heesters) en vaste planten. Dat ziet er niet alleen mooi uit, maar is ook goed voor de natuur. Sommige heesters krijgen bijvoorbeeld bessen die gegeten worden door vogels en veel bloemen zijn voedsel voor bijen. Veel vaste planten blijven in de winter niet groen. De plant ziet er dan boven de grond dor en rommelig uit. Maar in het voorjaar komt dit weer helemaal goed. De plant komt dan weer helemaal op. En deze zogeheten niet-groenblijvende planten leveren in de zomer vaak de mooiste bloemen op.

Honden losloopplekken

Alle honden losloopplekken van de gemeente zijn binnen de bebouwde kom. Hiervoor geldt dus kwaliteitsniveau A. Hier moeten inwoners zelf de hondenpoep opruimen.

Honden uitlaatplekken

De honden uitlaatplekken van de gemeente maaien we 1 keer in de 3 weken. We zuigen hier dan ook de hondenpoep weg.

Buiten de bebouwde kom

De gemeente doet mee aan Maai Mei Niet. Dit betekent dat we onze bermen buiten de bebouwde kom pas vanaf juni maaien. Het maaisel wordt na het maaien afgevoerd. 

Strak gemaaide bermen zijn niet goed voor de natuur en insecten. Door later te maaien groeien er meer bloemen in de bermen. Bloemen zijn voedsel voor insecten. Later maaien zorgt dus voor meer insecten.

In mei maaien we wel een strook van ongeveer een meter direct langs de weg en bij kruisingen. Dit doen we voor de verkeersveiligheid.

In juni maaien we alles buiten de bebouwde kom. In september maaien we nog een keer. We maaien dan voor de verkeersveiligheid de eerste meter van de berm. Het gedeelte achter deze eerste meter maaien we voor de helft wel en het andere deel niet.  In het gedeelte dat we niet maaien kunnen in de winter eitjes, rupsen en larven van allerlei insecten overleven.

Door in juni alles te maaien voorkomen we dat de zaadjes van Jacobskruiskruid zich verspreiden. De plant bloeit namelijk in juli en augustus en de zaadverspreiding vindt vooral in augustus plaats. Jacobskruiskruid is giftig voor koeien en paarden.

Wilt u ook meer groen in uw omgeving?

Weet u plekken in de gemeente die wel wat meer planten of bomen kunnen gebruiken? Ga dan naar www.samenbergendal.nl onder het kopje vergroenen. Hier kunt u locatietips aan ons doorgeven. 

Melding maken?

Ziet u problemen met groen, bijvoorbeeld uitstekende wortels, onkruid, te hoge bermen of een omgevallen boom in de berm. Meld dit dan via ons Meldpunt Buitenruimte, www.bergendal.nl/meldpunt-buitenruimte.

De gemeente mag alleen het groen onderhouden dat van de gemeente zelf is. Onkruid groeit ook op particuliere grond en op grond van de provincie. Hier kan en mag de gemeente daarom niets doen.